Denktank VKW legt de 10 pijnpunten van onze economie bloot
Nu vanuit de CD&V formateurs en verkenners elkaar afwisselen is het goed om weten wat er in de denktank van de Christelijke Werkgeversbeweging opborrelt. Dat België een welvarend land is, dat weten we. Dat de afgelopen 10 jaar onze economie het goed deed met een behoorlijk economisch groeicijfer, de inflatie die onder controle bleef en de dat begroting in evenwicht was weten we ook. We hoeven de lezer zelfs niet te zeggen wie de architect en uitvoerder was tijdens de voorbije legislatuur.
Interessant is te weten wat we moeten doen om deze goede prestaties ook in de toekomst te kunnen evenaren. De analyse van VKW Metena legt een aantal structurele zwakheden bloot die ons land parten zullen spelen wanneer de gevolgen van de vergrijzing toeslaan en de mondialisering zich voortzet. Caroline Ven, directeur van VKW Metena: "We hebben onze vinger gelegd op tien zwakte punten van onze economie. Niet met onze bedoeling te doemdenken, wel om de beleidsmakers wakker te schudden vlak voor de begrotingsopmaak. Door tijdig in te grijpen, kunnen we immers onze troeven beter uitspelen en onze pijnpunten verhelpen".
De uitvoer, de traditionele motor is van onze groei, laat het afweten. Dat de Belgische groei de jongste jaren toch aansluiting vond bij het Europese gemiddelde, was te danken aan een expansief begrotingsbeleid. Op termijn is dit beleid echter niet betaalbaar. Maar ook de hoge productiviteit van onze economie staat onder neerwaartse druk. De technologische expansie gaat grotendeels voorbij aan ons land. Bovendien zijn we er niet in geslaagd hoge productiviteitswinsten én werkgelegenheidsgroei met elkaar te combineren. Bovendien zijn er veel te weinig mensen aan het werk, amper 60% van de 15 tot 65 jarigen heeft een baan. Boosdoener is een combinatie van te hoge arbeidskosten en een te genereus opvangnet. Schrijnend is dat ondanks de hoge werkloosheid en inactiviteit heel wat bedrijven geen geschikte arbeidskrachten vinden, wat uiteraard ook doorweegt.
De totale lastendruk ligt veel te hoog. Ondanks de lastenverlagingen op lonen en de hervorming van de vennootschapsbelastingen, blijft ons land tot de koplopers behoren. Maar hiervoor zijn ook andere overheidsniveaus mee verantwoordelijk. En ons land te weinig ondernemers: risico nemen zit ons blijkbaar niet in de genen en wordt te niet beloond. Het wordt tijd om reële obstakels voor ondernemingen verder af bouwen. Bovendien neemt de aantrekkelijkheid van België als investeringsplaats voor buitenlandse ondernemingen af. De vennootschapsbelasting ligt te hoog tegenover de andere Europese lidstaten en de historische troef van onze centrale ligging met uitstekende infrastructuur is ook niet meer zo evident sinds de uitbreiding van de EU naar het Oosten.
België dreigt de boot van de kenniseconomie te missen. We scoren slechts matig op de innovatie-index. Ook hier spelen de dure loonkosten ons parten om onderzoeksactiviteiten aan te trekken. Ook de toekomst van de belangrijke energie-intensieve industrie staat onder zware druk. De energiefactuur zal nogmaals verzwaren indien de uitstap uit kernenergie niet volledig wordt teruggeschroefd en de strijd tegen klimaatverandering leidt tot kostenverhogende maatregelen. Bovendien investeert de overheid te weinig in het economisch weefsel. De overheidsinvesteringen zijn amper voldoende om de bestaande infrastructuur op peil te houden. Ook de ontwikkeling van de netwerkindustrieën, zoals het spoorvervoer en de postdiensten kan beter. De studie van de Christelijke Werkgeversbeweging lijkt wel een handleiding formatieberaad voor de toekomstige premier.
Guido Van Peeterssen.