22.1.07

Nederlandse stortplaatsen radioactief

De Nederlandse overheid waarschuwt voor verhoogde concentraties uranium op oude stortplaatsen. Aanleiding is de vondst van de radioactieve stof aan de rand van twee voormalige stortplaatsen in Gilze en Oosterhout. Deskundigen benadrukken dat de nog immer geringe concentraties geen gevaar voor de volksgezondheid veroorzaken. De sterk verhoogde concentraties natuurlijk uranium 238 werden gevonden met een nieuwe onderzoeksmethode die TNO in Noord-Brabant voor het eerst heeft toegepast.Het gaat mogelijk om groen glas uit Frankrijk dat met uranium is bewerkt om die kleur te krijgen, het kan zijn dat het gaat om isolatiemateriaal dat tot in de jaren negentig werd gebruikt of bijproduct was van gips of kunstmest. Het gaat om stoffen die op veel meer plekken in Nederland zijn gestort. In Oosterhout ging het om een concentratie van 34 microgram per liter water en in Gilze-Rijen gingen het om 178 microgram per liter terwijl 0,1 microgram het gemiddelde is. De resultaten hebben in eerste instantie een schrikreactie veroorzaakt maar die bleek onnodig. Radioactieve straling is niet gemeten.Zware maatregelen zijn daarom niet nodig en de waterwinning dicht bij de oude stortplaats in Gilze kan gewoon doorgaan. Het drinkwater komt van grote, ongevaarlijke diepte, legde directeur G. van Nuland uit. Ook plannen voor bouw van een woonwijk bij de stortplaats in Oosterhout komen niet in gevaar. Als enige voorzorgsmaatregelen denkt de provincie aan een verbod van onttrekking van grondwater door boeren in de buurt.
Ook in Belgiƫ werden radioactieve waarden gemeten op en rond oude stortplaatsen . Deze zijn het gevolg van industriƫle activiteiten waarbij radioactief afval, voornamelijk radion gestort werd. De halveringstijd van radion is 1.600 jaar waardoor de radioactieve activiteit de eerstvolgende honderden jaren niet zal afnemen. Mogelijke saneringsmaatregelen om het blootstellingsgevaar in te dijken zijn: het afgraven van kleinere besmette zones; het afdekken van de besmette gebieden met een halve meter grond ter vermijding van de uitwendige stralingsbelasting; de omvorming van besmet landbouwgebied tot natuurzone om de besmetting van de voedselketen te voorkomen; het afdekken van radiumbesmette zones met een kleilaag van minstens een halve meter om de radonexhalatie teniet doen.
Guido Van Peeterssen.