8.3.07

Eén op twee betaalt zijn boete niet

Het Rekenhof heeft het verslag over de tenuitvoerlegging van de patrimoniale straffen, dit zijn de penale boeten en de verbeurdverklaringen aan het parlement bezorgd. Het doel van het onderzoek was na te gaan of de straffen worden uitgevoerd, hoe dat gebeurt en of de betrokken instanties rekenschap afleggen over de behaalde resultaten. Het onderzoek toont aan dat nagenoeg één op twee veroordeelden zijn penale boeten niet betaalt. Bovendien wordt de vervangende gevangenisstraf bij niet-betaling niet meer uitgevoerd. De andere vervangende straf, de intrekking van het rijbewijs, wordt slechts zelden toegepast.

Het Rekenhof stelt vast dat de griffies niet alle veroordelingen aan de ontvangers toesturen of dat de ontvangers stappen zetten om de betaling te verkrijgen. Bovendien werden in verschillende fasen van de tenuitvoerlegging abnormaal lange termijnen vastgesteld. Vaak worden niet alle nodige stappen gedaan voor de invordering ervan, wat een weerslag heeft op het vlak van de billijke behandeling. Elke overheidsinstantie moet verantwoording afleggen over haar activiteiten. In dit geval doet niemand dat. Omdat niet wordt gerapporteerd, is het niet mogelijk greep te krijgen op het proces.

Zoals voor de boeten, kan het systeem niet garanderen dat voor alle uitgesproken straffen van verbeurdverklaring met de uitvoering wordt begonnen. De tenuitvoerlegging van verbeurdverklaringen is
toevertrouwd aan heel wat instanties, die sterk gedecentraliseerd werken en die ressorteren onder aparte hiërarchische overheden. Wie welke informatie moet bezorgen en aan wie, hangt bovendien af van de aard van de verbeurd te verklaren goederen en van het feit of die al dan niet een vooraf in beslag genomen zijn. Om de situatie te verbeteren werd bij wet binnen het Openbaar Ministerie het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV) opgericht. Het COIV moet de gerechtelijke overheden aansturen en ondersteunen. Het COIV heeft te weinig middelen en gezag om zijn taken succesvol uit te voeren. De ontvangers van Domeinen, die de verbeurdverklaarde goederen in bezit moeten nemen, oefenen hun activiteiten autonoom uit, zonder controle of sturing.

Het Rekenhof is van oordeel dat er risico’s aan het proces verbonden zijn, zoals het risico dat personen van wie goederen verbeurd zijn verklaard, hun veroordeling niet ondergaan, dat verbeurdverklaarde goederen niet of laattijdig in het vermogen van de Staat terechtkomen en dat goederen worden verduisterd. Het Rekenhof beveelt aan maatregelen te nemen om die risico’s te beperken en stelt voor Justitie als de enige verantwoordelijke van het proces van verbeurdverklaring te beschouwen en de coördinatie en leiding van de uitvoering van die straf te versterken. Ook suggereert het een geïntegreerd informatie- en rapporteringsysteem tot stand te brengen en oprechte en volledige financiële staten voor te leggen.

Volgens de minister van Financiën moeten de ministeries van Justitie en Financiën krachtig ingrijpen. Wat de inning van de penale boeten betreft, wijst de minister op nieuwe maatregelen opgenomen in een recent goedgekeurd wetsontwerp, waardoor vereenvoudigd uitvoerend beslag kan worden gelegd en men meer informatie heeft over de inkomsten en het vermogen van de veroordeelde. Wat de verbeurdverklaringen
betreft, bevestigt de minister dat de samenwerking met het COIV zal worden geoptimaliseerd en dat de patrimoniale diensten zullen worden uitgerust met adequate structuren. Hij kondigt eveneens aan dat hij
het parlement op de hoogte zal brengen van de voorgestelde maatregelen.

In verband met de niet-toepassing van de vervangende gevangenisstraf antwoordt de minister van Justitie dat er een actief beleid is ontwikkeld in verband met werkstraffen en dat de vervangende straf van het verval van het recht tot sturen vandaag de dag wel degelijk wordt uitgevoerd. De centralisatie van de processen bij één
instantie, onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie, lijkt haar een wenselijke evolutie, die echter slechts op lange termijn realiseerbaar, net als heel wat van de andere aanbevelingen van het Hof. Zij voegt er aan toe dat de regering beslist heeft de middelen van het COIV aanzienlijk uit te breiden en een aantal maatregelen heeft genomen - die de wetgever recent heeft goedgekeurd - om onder meer de kennisgeving van de definitieve beslissingen tot verbeurdverklaring aan het COIV te verbeteren.

Guido Van Peeterssen