9 op 10 schoolverlaters vinden binnen het jaar werk
Steeds meer schoolverlaters vinden binnen het jaar na afstuderen een baan. Dat blijkt uit het 22ste rapport van de VDAB over de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. In 2004-2005 waren nog 15,3 % werklozen op zoek naar een baan. In 2005-2006 is dit aantal gedaald tot 12,9 %. Het afmaken van je humaniora of het hebben van een hoger diploma zijn de beste garanties voor het vinden van een baan. Verder blijft West-Vlaanderen de provincie waar schoolverlaters het gemakkelijkste werk vinden en geraken vrouwen sneller op de arbeidsmarkt dan mannen. Volgens een onderzoek van de RVA blijft ook de Belgische werkloosheid in het algemeen dalen.
Voor hun studie heeft de VDAB zowat 80.000 schoolverlaters een jaar lang opgevolgd. Het succes van de aansluiting op de jobmarkt werd afgemeten aan het aantal schoolverlaters dat na een jaar nog steeds werk zoekt en het aantal dat na een jaar nog geen enkele werkervaring heeft. Uit de studie blijkt dat vanaf 2004 tot en met 2006 de balans steeds positiever wordt. Terwijl bij de lichting 2004-2005 liefst 15,3 % van de schoolverlaters een jaar later nog werkloos was, is dat cijfer bij de lichting 2005-2006 gedaald tot 12,9 %. Ook de probleemgroep die een vol jaar geen werkervaring opdeed, daalde van 6,7 % naar 4,9 %.
Vooral jongeren die hun secundaire opleiding afmaken of die in het bezit zijn van een hoger diploma, openen de deur naar werk. Vrouwen en West-Vlamingen vinden het snelste werk. Steeds minder mensen trekken een werklozensteun. Dat zegt de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) op basis van een recente studie. In totaal vergoedde de RVA vorige maand 415.765 werkzoekende werklozen. Dat zijn er 17.155 minder dan een maand voordien en 31.996 minder dan in mei 2006. De dalingen zijn het sterkst in het Vlaamse gewest. Link: http://vdab.be/schoolverlaters
Uit deze studie blijkt dat vooral laaggeschoolden niet klaar zijn voor de arbeidsmarkt. Het komt er dus op aan om aan leerlingen van alle netten, maar vooral aan diegene die nood hebben aan een individuele begeleiding een boeiend leer(plicht)traject aan te bieden. Nog al te vaak worden leerlingen die problemen hebben in het ASO doorgeschoven naar het TSO of BSO. Zij horen daar niet thuis of nemen de beslissing te laat waardoor de problemen nog groter worden. Of ze blijven in het ASO hangen zonder hun studies af te werken.
Een goed leerplichttraject moet de brug slaan tussen ASO en TSO zodat jongeren in het ASO op een speelse wijze kennis maken met technische vakken en jongeren uit het TSO uitgedaagd worden om te kiezen voor een algemene vorming. Leerlingen moeten voorbereid worden op levenslang leren en dat kan enkel indien zij gemotiveerd worden om bepaalde sleutelvaardigheden aan te leren. Ook moet er binnen het onderwijs plaats zijn om samen met externe partners (bedrijven, VDAB, vaklui) te zorgen voor voldoende stageplaatsen en alternatieve opleidingen. Vaak hebben deze een schat aan ervaring die onbenut blijft. Zowel de beleidsverantwoordelijken als het onderwijs moeten inzien dat een beter samenspel tussen het onderwijs en de economische wereld onmisbaar is. Ook dat werken en leren beter op elkaar afgestemd dienen te worden en alternerend leren en werken alle aandacht verdient.
Guido Van Peeterssen.