1.9.07

Vlaamse biobrandstof niet voor morgen?

Nog enkele dagen en de oogst van koolzaad is achter de rug, de Franse boeren mogen tevreden zijn. Dit voorjaar kleurde voor het eerst meer dan 1,5 miljoen hectare landbouwgrond geel, de totale oppervlakte bezaait met koolzaad bedroeg namelijk 1,57 miljoen hectare. De Franse boeren halen met hun koolzaadoogst meteen een tweede record. Want voor het eerst gaat de oogst van een landbouwproduct voor meer dan de helft voor energiebevoorrading. Liefst 870.000 hectare wordt gebruikt voor biodiesel, terwijl 702.000 hectare naar de export en naar de voedingssector gaat. Dat boeren kiezen voor koolzaad lijkt normaal: het bedrijfsleven garandeert de afname van koolzaad en bovendien zijn Franse boeren zelf afnemers van biodiesel, die bovendien fiscaal gestimuleerd wordt.

Toch zal de totale oppervlakte aan Frans koolzaad de komende jaren niet echt sterk toenemen. Koolzaad is een wisselgewas dat om de drie jaar op dezelfde akker gezaaid wordt, dit in tegenstelling tot bv. maïs. En bovendien is de plant gevoelig voor ziektes, biodiversiteit dringt zich dus op. Toch zijn er in bepaalde streken zoals het Noorden en Picardië nog uitbreidingsmogelijkheden. Wellicht stabiliseert de totale Franse productie zich op 1,7 miljoen hectare. Maar de voornaamste zorg van de boeren is de winstmarge, en die daalt steeds meer waardoor de boeren opnieuw overschakelen op andere winstgevendere teelten. Bovendien hebben massale teelten een weerslag op het landschap en het milieu. Franse wetenschappers zeggen dat ze zich de komende jaren verder zullen toeleggen op het ontwikkelen van andere teelten die bruikbaar zijn voor de energievoorziening.

In Vlaanderen kampt de sector van de biobrandstof echter met een ernstige achterstand. De installaties zijn nog steeds in aanbouw, de prijs van de grondstoffen is bijna verdubbeld en de Belgische oliebedrijven zijn niet verplicht biobrandstoffen bij te mengen. Er is wel een communotair evenwicht: zowel het Vlaamse Oleon als het Waalse Neochim brengen wekelijks elk 2.000 ton biodiesel op de markt. Alle andere grote spelers kampen ondanks hun enorme investeringen met een ernstige achterstand. Het 62 miljoen euro kostende project van het Gentse BIORO kampt bovendien nog eens met bouwproblemen. Ook hier werd de startdatum met een jaar verlegd. Maar de echte boosdoener, dat zijn de Verenigde Staten, die geven ruime subsidies voor de productie van biodiesel op basis van soja. Iets dat in Europa verboden is en de markt volledig verziekt. En Maleisië start binnenkort de productie van biodiesel op basis van de plaatselijke palmolie. De Maleisiërs rekenen daarbij op een ruime afzetmarkt in Europa.

Uit verschillende Europese landen komen positieve berichten over het toegenomen areaal koolzaad en bieten door de toegenomen vraag naar biobrandstof. Echter: in Vlaanderen stagneert de productie. Boeren moeten zich door een loodzware administratie werken en de investeringen zijn te hoog. Toch werkt Vlaanderen aan de ontwikkeling van landbouwgewassen als basis voor biobrandstof. Via overheidsorganisaties VLAO en IWT zijn de Vlaamse Innovatiecentra opgericht, en die werken mee aan projecten voor alternatieve energie. Zo heeft het West-Vlaamse Innovatiecentrum een project dat boeren en imkers samen brengt. Bestuiving door bijen verhoogt het namelijk het rendement van koolzaad. Maar dan mogen boeren hun akkers niet besproeien met al te giftige producten. Ook hier zorgen de Innovatiecentra voor de nodige voorlichting. Maar al die mooie projecten baten niet als de boer geen winst maakt en bedolven wordt onder een loodzware administratie.

Guido Van Peeterssen.